DE DERDE WEG

Pleidooi voor pluriculturele competenties

gespreksavond

Gespreksavond 'Kunstige criminaliteit' - De Krook


Bekend is C.P. Snows 'Rede Lecture', gehouden in Cambridge op 7 mei 1959, waarin de kloof tussen cultuurwetenschappers en bèta- of exacte wetenschappers wordt belicht. De Britse scheikundige en populaire romanschrijver Snow bepleit in zijn toespraak, gepubliceerd als 'The Two Cultures and the Scientific Revolution', verbintenissen tussen wetenschappelijke culturen. Hij stelde vast, inmiddels ruim zestig jaar geleden, dat wetenschapsdisciplines almaar verder uit elkaar groeien. Het na te streven bruggenhoofd waarvan sprake is later "the third culture" genoemd, naar het gelijknamige boek van John Brockman (1991). Recent herlas ik Jean Paul Van Bendegems "pamflettair essay" 'Hamlet en entropie. De twee culturen een halve eeuw later' (2009), ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van Snows lezing, en het daaraan refererend artikel 'De universiteit van de toekomst begint vandaag. Over de kloof tussen wetenschappelijke disciplines en hoe we die kunnen dichten' van Caroline Pauwels (Alma Mater). De VUB-rector heeft het in die bijdrage over "vijandbeeldlogica" tussen wetenschapsrichtingen en faculteiten, en bij uitbreiding soms uiteenlopende belangen van faculteiten en onderzoeksgroepen. "Eerst zullen we elkaar moeten leren kennen en begrijpen. Pas dan de ruimte om verder te gaan en op meer structurele basis samen dingen te doen. Zo verdwijnen wantrouwen en onbegrip, zo wordt de kloof gevuld. Tovermiddelen zijn er niet. Maar ik zie wel verschillende kleine, op zich misschien weinig spectaculaire maatregelen en initiatieven, die een positieve spiraal op gang kunnen brengen. Die maatregelen en initiatieven probeer ik ook ingang te doen vinden in mijn universiteit en in het overleg tussen de universiteiten." Een dergelijk initiatief wordt momenteel voorbereid aan de UGent, omdat disciplinaire opleiding soms verblinding in de hand werkt én wetenschapsbeoefening ook een culturele aangelegenheid is.



Samenspraak en kruisbestuiving: naar een weg die wetenschappen verbindt

Wetenschappers van de Universiteit Gent voeren sinds twee jaar gesprekken in een interfacultaire werkgroep die een universiteitsbreed Studium Generale voorbereidt waarin dialoog tussen wetenschapsrichtingen, tussen alfa-, bèta- en gammawetenschappers, centraal staat. Studenten worden almaar méér specialistisch opgeleid en interdisciplinariteit past nog steeds niet, een decennium na de bijdragen van Van Bendegem en Pauwels, in het financieringsmodel dat van toepassing is in hogeschoolonderwijs. Het vak waarover decanen en collega's van de elf faculteiten van gedachten wisselen, zal een brug slaan tussen wetenschapsdisciplines en in ieder geval het trans-disciplinair gesprek over grenzen van alfa-, bèta- en gammawetenschappen faciliteren.

Uitgaande van het belang van cultuur voor alle universitaire opleidingen zijn in het wordingsproces van het educatief initiatief decanen en onderwijsdirecteurs bevraagd. Uit de overlegronde is gebleken dat een breed draagvlak bestaat om aan de UGent te starten met reeks lezingen en gesprekken waarin de wisselwerking van en de kruisbestuiving tussen disciplines en opleidingen centraal staan. Doelstelling is de interfacultaire dialoog te stimuleren met aandacht voor cultuur en cultuurparticipatie in de breedste zin van het woord.

We moedigen studenten aan met elkaar in gesprek te treden. Professoren, assistenten en wetenschappelijk personeel praten met elkaar over wetenschapsdisciplines heen. Inzet is studenten in dat vakgebied-overschrijdend gesprek te betrekken en uit te nodigen aan culturele evenementen deel te nemen, gezamenlijk te werken aan portfolio's (studenten van verschillende opleidingen en faculteiten worden met elkaar in contact gebracht) en daarover van gedachten te wisselen. Samen reflecteren zij met participerende studenten over thema's die brede maatschappelijke en culturele relevantie hebben. Dergelijke onderwerpen zullen vanuit diverse, maar complementaire wetenschappelijke invalshoeken worden belicht, ongeacht of ze in een alfa-, bèta- of gammawetenschappelijke hoek zijn gesitueerd. Culturele beleving en het actuele maatschappelijke debat staan voorop. Het project is het resultaat van interfacultaire samenwerking op het gebied van academisch onderwijs in een poging het maatschappelijk debat en cultuur in iedere disciplinaire opleiding een plek te geven, op maat van en volgens de inzichten van de betrokken opleidingen.

Ter voorbereiding van wat zich later tot een universiteit-breed Studium Generale kan ontwikkelen, in samenwerking met de HoGent, wordt komend academiejaar een "try-out" ondernomen: zes colleges en debatten waarin docenten van verschillende wetenschappen een bepaalde thematiek vanuit divergente én complementaire benaderingen bespreken, waarbij studenten van meerdere faculteiten en opleidingen worden betrokken. Er wordt na afloop van de sessies nagegaan welke de werk- en aandachtspunten zijn. Ook in het academiejaar 2022-2023 wordt een try-out gepland vooraleer een voorstel wordt uitgewerkt voor een universitair uitgerold Studium.

Door via "cultuur" het gesprek in de universitaire gemeenschap te bevorderen, en dus een "derde weg" tussen disciplines te bewandelen ("the third culture"), trachten de initiatief-nemende docenten van de UGent tegemoet te komen aan de bedenking, al eerder geformuleerd door vele wetenschappers die "interdisciplinariteit" en "multiperspectivisme" hoog in het vaandel voeren, dat cultuur(beleving) en met een stilaan ouderwetse term "humaniora" voor studenten en docenten van bijzonder belang zijn, ongeacht de specialisatieopleiding.



Slow Science en "humaniora" aan de universiteit

Ten grondslag aan dit trans-disciplinair educatief project, met als doelstelling "de kloof te dempen" (Caroline Pauwels), liggen enkele beschouwingen. In Niet voor de winst. Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft (2011), Martha Nussbaums meermaals herdrukte pamflet, is een apologie voor méér humane wetenschappen op de academische agenda. Studenten en dus de kritische burgers van morgen zijn ongeacht hun academische opleiding gebaat bij méér artes liberales. Nussbaum stelt vastberaden: "Zelfs intelligente en goed voorbereide studenten leren over het algemeen pas na geduldige oefening hoe ze een bepaalde argumentatie grondig kunnen analyseren". Het universitair onderwijs, zo stelt de Amerikaanse filosofe, tracht jonge mensen socratische waarden bij te brengen: "Socratisch denken is in elke democratie van groot belang, maar vooral in samenlevingen die worstelen met de aanwezigheid van mensen van een andere etnische afkomst, kaste of religie. De idee dat iedereen verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen denken en in een sfeer van wederzijds respect voor de rede ideeën uitwisselt met anderen, is essentieel voor het vreedzaam oplossen van meningsverschillen […]". Teneinde polarisering van meningen tegen te gaan, het welig tierend nationalistisch-populistisch discours te ontmaskeren bijvoorbeeld, tegengewicht te bieden voor een eendimensionaal markteconomisch groei-denken én dus socratisch denken te stimuleren, moeten we ook aan de universiteit en de hogeschool durven na te denken over het implementeren van liberal arts in alle curricula. Niet alleen studenten in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte worden "verrijkt" in hun contact met literatuur en andere kunstvormen.

Velen zijn overtuigd van dat niet te geringschatten belang. Nochtans staan de humane en sociale wetenschappen vandaag onder druk. Humanities ("de humaniora") of dus de alfawetenschappen moeten het steevast afleggen tegen de bètawetenschappen. Terwijl een complementariteit bestaat, geen antagonisme. En toch. Er gaan inderdaad meer onderzoeksmiddelen en personeelsmandaten naar de exacte wetenschappen. In de studie van generatiestudenten merken we pragmatische en meer direct op de arbeidsmarkt gerichte keuzes. Alleen al in de letterkunde is enkele jaren een terugloop vast te stellen die pas sinds dit academiejaar (tijdelijk) lijkt gestuit. Het gaat toch wel over pakweg dertig procent minder studenten dan een decennium geleden in het eigen vakgebied (neerlandistiek), meer in het algemeen de taalrichtingen. Ook de universiteit geeft niet altijd blijk van veel vertrouwen in de urgentie van geesteswetenschappelijk onderzoek. Laten we stellen dat het geen topprioriteit is. Ik refereer aan een eigen bevinding van een paar jaar geleden. Naar aanleiding van een oproep door het Francqui-comité oordeelde de Onderzoekraad dat de leerstoel werd toegekend voor de uitbouw van bètawetenschappelijke expertise. Het was op dat ogenblik al ruim acht jaar dat de humane wetenschappen werden gepasseerd. Het is naar verluidt een onomkeerbare tendens. Ik raad wie het horen wil de lectuur aan van het hoofdstuk in Nussbaums boek over de "Socratische pedagogiek".

De geesteswetenschappen krijgen het dus hard te verduren in een overwegend op neoliberale markteconomie en utilitair rendement-denken gericht universitair onderwijs. Tegelijk zijn de alfawetenschappen een wijdvertakte boom van kennis. Ik zie ook in de eigen discipline opstoten van rigide denken en cijferfetisjisme opduiken. Alles en iedereen wordt in een kwantificeerbaar gareel gedwongen (hoewel beweerd wordt toch meer op "kwaliteit" in te zetten), de autonomie van het denken moet soms nog zelfbewust worden bevochten. De Indiase Nobelprijswinnaar literatuur Tagore liet al verstaan dat "[o]nafhankelijk denken […] van cruciaal belang is om te voorkomen dat de wereld niet halsoverkop de vernietiging tegemoet snelt". Nussbaum gaat verder: "Alleen een weerbare en kritisch ingestelde maatschappij zou deze onheilspellende trend mogelijkerwijs een halt kunnen toeroepen".

Enkele jaren geleden formuleerde ik publiek de vraag om in alle faculteiten van de alma mater een vak Humanities of "kritisch denken" te installeren. Een particuliere ervaring van een decennium geleden, een samenwerking tussen studenten literatuurwetenschappen en huisartsengeneeskunde, in het vak Medical Humanities was wat dat betreft een voorbeeld van inzichtelijke overschrijding van wetenschapsgrenzen. Het heeft van de artsen in opleiding én van onze studenten zonder twijfel rijkere mensen gemaakt met een breder dan alleen disciplinair perspectief.

Nussbaum is optimistisch. Ik deel haar visie graag. "Buiten de Verenigde Staten streven vele landen waar het hoger onderwijs niet over een liberal arts-component beschikt, er tegenwoordig naar om iets dergelijks in het leven te roepen omdat ze onderkennen dat dergelijk onderwijs belangrijk kan zijn voor het formuleren van een publiek antwoord op de problemen van pluralisme, angst en argwaan waarmee hun samenleving zich geconfronteerd ziet." De Universiteit Gent heeft de afgelopen jaren niet alleen het academisch onderwijs opgewaardeerd, door onderwijsevaluaties een belangrijker rol te laten spelen in loopbaanontwikkeling en promotietrajecten van academici. In de toekomst kan zij nog méér het verschil maken. Met de woorden van Nussbaum, verwijzend naar de Amerikaanse pedagoog John Dewey, wordt een plan uitgevoerd om studenten méér te vormen tot "actieve, nieuwsgierige, kritische en wederzijds respectvolle democratische burgers".



UNIVERSITAS en Universiteit Gent

Het educatieve project UNIVERSITAS is de vlag waaronder met collega's en studenten van de alfa-, bèta- en gammawetenschappen gesprekken worden geïnitieerd, een "derde cultuur" verkend, waarbij vanuit disciplines wordt gereflecteerd over cultuur en maatschappij.

De try-out, vanaf oktober 2021, omvat bijeenkomsten met collega's van de wetenschapsfamilies, met gesprekken die worden gemodereerd in Gentse cultuurhuizen en het Gents Universiteitsmuseum (GUM). UNIVERSITAS genereert tweerichtingsverkeer tussen disciplines met cultuur (in de brede zin van het woord) als uitgangspunt. Cultuur van de wetenschap, wetenschapscultuur.

UNIVERSITAS is geen opeengestapelde blokkendoos met gecumuleerde disciplinaire inzichten, zoals Jean Paul Van Bendegem in zijn essay stelt, maar wil een hybride zijn voor het kritisch denken en de meerstemmigheid van het debat. Interactie en dialoog staan voorop. Ik ben het overigens eens met Caroline Pauwels en Jean Paul Van Bendegem, al langer pleitbezorgers van een eerste-bachelorjaar "kritisch denken" en een ruimer vizier dan louter de disciplinaire focus. Pauwels noteert: "Stel je voor dat je in elke bacheloropleiding een pakket keuzevakken aanbiedt waaruit studenten er een of meerdere mogen kiezen: een vak dat wiskundig denken uitlegt aan wie schrik heeft van wiskunde, een vak dat evolutietheorie uitlegt aan niet-biologen, een vak wereldgeschiedenis voor niet-humane wetenschappers, een vak dat robotica en AI uitlegt aan wie geen exacte wetenschapper is, een vak dat kanker en kankerbestrijding uitlegt aan niet-medici ... Ik kan nog wel zo'n tijdje doorgaan. Als we ervoor zorgen dat opleidingen er ook daadwerkelijk voor beloond worden om dat soort vakken te ontwikkelen, dan zijn we, denk ik, al een eind op weg om de kloof te dichten." Ik denk dat deze frase kernachtig samenvat wat de UGent met UNIVERSITAS op het oog heeft en waarvoor we met collega’s van alle faculteiten de handen uit de mouwen steken. In de geest van het interdisciplinaire project waarvan de Gentse filosoof Leo Apostel jarenlang heeft gedroomd, waarvoor hij helaas vergeefs ijverde. De tijd is rijp om (een variant van) het plan nu eindelijk te realiseren.



Met dank aan Johan Braeckman, Kurt Defrancq en Kris Rutten en de leden van de interfacultaire werkgroep.



tsjoen

Prof. Yves T'Sjoen